Oprichting
Op 16 maart 1949 kwamen zeven vogelliefhebbers uit Zwijndrecht bijeen om een vogelvereniging op te richten. Voorheen waren zij in Dordrecht lid, maar het heen en weer gaan met de pont werd voor hen te bezwaarlijk. De oprichters waren: A. van Dalen, L. de Deugd, J.O. Popijus, L. Stolk, H. Templeaar, J. Verkerk en Chr. van Zijderveld. Om aangesloten te worden bij de bond moesten er tenminste tien leden zijn. Afwezig waren de heren Henriks, C. Schop en A. Vogelenzang.
De eerste voorzitter was de heer A. van Dalen. De contributie werd vastgesteld op 1 gulden per maand. Nog in hetzelfde jaar werd de eerste tentoonstelling gehouden.
Opkomst Tentoonstellingen
Vanaf de oprichting werden tentoonstellingen gehouden, met uitzondering van 1952 i.v.m. de kanariepokken.
De aantallen ingezonden vogels variëren. Hoogtepunt zijn echter de provinciale tentoonstellingen. In totaal zijn er drie gehouden, te weten de eerste bij ons 15 jarig bestaan in 1964. Daarna in 1965 weer, wegens het enorme succes zowel wat betreft het aantal vogels als de opzet van het geheel. Ook omdat een andere vereniging het liet afweten en de bond onder de indruk was van de gehouden tentoonstelling. In 1974 bij ons 25 jarig bestaan werd de derde provinciale tentoonstelling gehouden. Wederom een groot succes.
Reeds vanaf het begin van de verenging is er vanuit gegaan dat de vereniging de tentoonstellingskooien aan de leden beschikbaar stelt en dus zelf kooien in eigendom moet hebben.
Huisvesting
Dit heeft ertoe geleid dat er opslagruimte moest zijn. Al vroeg werd getracht om een eigen onderkomen te huren. Uiteindelijk lukte dit in samenwerking met de duivenvereniging. We kregen in 1975 in de Walburghal de beschikking over een eigen ruimte. Na de verbouwing en gedeeltelijke sloop van deze hal kwamen we in gebouw De Poort terecht. Ook dit gebouw moesten we verlaten en we kwamen in ons huidige pand. Met het huren van een eigen ruimte ontstond ook de behoefte om te voorzien in een natje en een droogje. Er kwam een bar. Om over voldoende financiën te kunnen beschikken werd er gestart met een klaverjas competitie. De respons was groot, op het hoogtepunt van deze competitie waren er 50 deelnemers. De inkomsten uit deze competitie vormt nog steeds een stevig financieel fundament voor onze vereniging.
Naast het beleggen van vergaderingen is er de behoefte aan het opdoen van kennis. Hierin wordt voorzien door het organiseren van lezingen. Daarnaast ontstaat er een contactblad (periode 1964 – 1968), de voorloper van ons huidige clubblad, gestart in 1975.
Leden indertijd
Ook op sportief gebied zijn enkele van onze leden, in de loop der tijd, succesvol geweest. We hebben provinciaal kampioenen, landelijke kampioenen op de bondsshow en wereldkampioenen gehad.
Het leden aantal varieert. Zo ook de jeugdleden. Er was een aparte jeugdklasse, maar deze is in de loop der tijd opgeheven (dit is later weer in ontwikkeling om het terug te brengen). Toch is onze vereniging vooral een gezelligheidsvereniging. Reeds vanaf het ontstaan was niet alleen de kweker lid, maar eigenlijk het hele gezin. Veel werd er georganiseerd, excursies, uitstapjes naar de bondsshow, maar veelal ging het gehele gezin mee. In de begin jaren zeker ook om de bus vol te krijgen, maar later werd het een vanzelfsprekendheid. Ook het reilen en zijlen binnen de vereniging is hierop gebaseerd. Veel vrijwilligers kwamen omdat hun partner lid was en zij het gezellig vonden om ook een handje te helpen.
Het is onmogelijk om namen te noemen, het zijn er gewoonweg te veel. Toch is er geen ontkomen aan om enkele te noemen. Zij hebben in de loop van de jaren een belangrijke rol in de vereniging gespeeld. Vanaf de oprichting tot in de negentiger jaren van de vorige eeuw zijn twee leden altijd actief binnen de vereniging geweest: de heren Leen de Deugd en Jan Popijus. Ieder met zijn eigen inbreng, maar met tomeloze inzet.
Naast inzet voor de vereniging zijn er ook leden die als keurmeester hun bijdrage geleverd hebben aan de vogelsport. Hoewel niet zonder op- en aanmerkingen op de keurmeester, het is immers nooit goed. Maar we kunnen als liefhebber en inzender op de tentoonstelling niet zonder hen.